ETP-niveau 1 A1 - Breakthrough
Spreekvaardigheid
- De cursist gebruikt vooral losse woorden als antwoord op eenvoudig gestelde vragen. Hij kan geen correcte basisstructuren vormen.
- De cursist kan in heel beperkte mate over zichzef spreken (hobby, familie, beroep) waarbij hij enkele vaste formules kan gebruiken. (bv Goeiemorgen, ik ben..., Ik werk....)
Luistervaardigheid
De cursist begrijpt een aantal woorden of eenvoudige zinnen die langzaam uitgesproken worden (en goed gearticuleerd), m.a.w. als de gesprekspartner rekening houdt met de anderstalige.
Bv
- Wie bent u?
- Wat doet u?
- Waar woont u?
Leesvaardigheid
De cursist begrijpt de betekenis van een tekst met betrekking tot de belangenwereld of de directe omgeving niet. Hij zal misschien enkele woorden herkennen, maar niet het geheel begrijpen.